Prentenboek: ‘Mag ik eens in je luier kijken?’

(W)onderbroekjes aan de wasdraad,

Zie ze wapperen, zie ze fladderen in ons tuintje aan een draad.
Met hun bloemetjes, strikjes, bolletjes blaast de wind ze droog op maat.

‘T zijn net vlaggetjes, kleine wimpeltjes, dansend op de felle wind.
Mensen giechelen met die slipjes en iedereen wordt goedgezind. 

 

Onderbroekjes, (w)onderbroekjes,
wiggel, waggel, flapperflap.

 Onderbroekjes, (w)onderbroekjes. 
Droge billen, stap voor stap.

Tel mee met mij tot 3… 
1, 2, 3 pipi!

 

Zie ze wapperen, zie ze fladderen rond mijn billen, rond mijn bips.
Met hun bloemetjes, strikjes, bolletjes hebben zij iets lekker hips.

Weg met luiertjes, doekjes, pampertjes. Nee, die hoef ik nooit meer aan,
want mijn billetjes kunnen stilletjes keurig op het potje gaan.

 

Onderbroekjes, (w)onderbroekjes,
wiggel, waggel, flapperflap.

 Onderbroekjes, (w)onderbroekjes. 
Droge billen, stap voor stap.

Tel mee met mij tot 3… 
1, 2, 3 pipi!