- Roodborstje tikt tegen ’t raam, tin, tin, tin
- laat mij erin, laat mij erin.
- ’t Is hier te guur en te koud naar mijn zin
- laat mij erin, tin, tin, tin.
- ’t Meisje deed open en gaf op haar schoot
- kruimeltjes suiker en kruimeltjes brood.
- Dat was het roodborstje wel naar de zin
- vloog toen het bos weder in.